Ontwikkeling geletterdheid

3.3.2 Ontwikkeling geletterdheid

Omschrijving

De vroege, meestal spontane, ontwikkeling die kinderen doormaken op het gebied van schriftelijk taalgebruik en schriftelijke taalvaardigheid.

Toelichting

In de ontwikkeling van geletterdheid maken we onderscheid tussen lees- en schrijfontwikkeling. De spontane interesse van kinderen op het gebied van geletterdheid geldt in eerste instantie het schrijven. De schrijfontwikkeling van kinderen is goed waarneembaar.
De volgende fasen zijn te onderscheiden (Bus e.a. 1991):

Fase 1: tekenen
Kinderen maken in deze fase nog geen onderscheid tussen tekenen en schrijven.
F
ase 2: krabbelen
Kinderen geven in deze fase woorden weer met krabbels.
F
ase 3: ketens letterachtige vormen of letters
Kinderen beseffen dat woorden worden weergegeven door reeksen abstracte tekens en dat die tekens bij elk woord in een andere volgorde staan.
F
ase 4: het gebruiken van één of enkele letters voor het hele woord
Kinderen gaan bij het schrijven zowel van links naar rechts als van rechts naar links.
F
ase 5: invented spelling
Kinderen schrijven klanken en woorden zoals ze die horen. Ze gebruiken verschillende vormen van fonetisch schrift. De spontane spelling gaat geleidelijk in de richting van spellingconventies.

De ontwikkeling van het schrijfgedrag heeft in de Tussendoelen Beginnende Geletterdheid een plaats gekregen bij de leerlijnen Functies van geschreven taal en De relatie tussen geschreven en gesproken taal.

De leesontwikkeling van kinderen is moeilijker waarneembaar. Twee voorbeelden van stappen in de vroege leesontwikkeling (kleuters/groep 3) zijn:
- Het overzicht dat is terug te vinden in de Tussendoelen beginnende geletterdheid (Verhoeven & Aarnoutse 1999):
-fase 1: herkenning van 'bekende woorden' (vaak de eigen naam);
-fase 2: woordbeelden vergelijken;
-fase 3: nieuwe woorden lezen.

- Chall (1983) geeft de leesontwikkeling (gecombineerd technisch en inhoudelijke belangstelling) weer in zes fasen. De eerste heeft betrekking op de fase voorafgaand aan het technisch lezen, namelijk stadium 0: Voor het lezen, pseudo-lezen (6 mnd-6 jaar). Deze manier van lezen verwijst naar de manier waarop kleuters ‘voorlezen’, vaak aan de hand van een prentenboek. Ze lezen niet echt, maar vertellen het verhaal uit hun hoofd.

De stadia na deze vroege ontwikkeling rekenen we tot het proces van aanvankelijk lezen. Dit proces wordt vanaf groep 3 meestal op systematische wijze begeleid en wordt daar meestal aanvankelijk lezen genoemd.

Zie ook

Functies van geschreven taal; leerlijnen beginnende geletterdheid.