Fonologie

8.3.2 Fonologie

Omschrijving

Leer van het klanksysteem in een taal.

Toelichting

De kleinste eenheid in taal is een klank. Er zijn talloze klanken, maar in een taal is maar een beperkt aantal betekenisonderscheidende klanken:fonemen. Zo maakt het in het Nederlands voor de betekenis niet uit of je /daaik/ of /dijk/ zegt: de klanken /aai/ en /ij/ behoren tot hetzelfde foneem. Zo kent het foneem /r/ ook verschillende uitspraakvarianten in het Nederlands; welke /r/ je ook gebruikt, het maakt geen betekenisverschil. De /l/ in het Nederlands is echter een ander foneem. Het maakt wel uit of je /bar/ of /bal/ zegt. De /l/ en de /r/ zijn in het Nederlands dus verschillende fonemen.
Het Chinees, bijvoorbeeld, kent het betekenisonderscheid tussen de klanken /r/ en /l/ niet. Dat zijn twee klankvarianten van een foneem. Het maakt dus voor een Chinees niet uit of je /bar/ of /bal/ zegt. Het Chinees, op zijn beurt, heeft fonemen waar wij moeite mee hebben: toonhoogtevariatie binnen een klank geeft in het Chinees betekenisonderscheid, de ene /a/ is de andere niet in het Chinees.

Naast de fonemen spelen in de fonologie ook de accenten binnen een woord of zin, klemtonen en zinsmelodie een rol. Ook deze zijn taalspecifiek en voor een moedertaalspreker vanzelfsprekend, maar voor een tweedetaalleerder vaak moeilijk onder de knie te krijgen.

In de Nederlandse spelling hebben we als hoofdregel het fonologisch principe. Dat wil zeggen dat we zo veel mogelijk een één-op-één relatie hebben tussen klank (foneem) en teken (grafeem). In het lees- en spellingonderwijs beginnen we dan ook met klankzuivere woorden. Leerlingen moeten de woorden in fonemen kunnen hakken en aan de afzonderlijke fonemen het juiste grafeem koppelen: /v/ /i/ /s/ - vis.

Zie ook

Spreektechniek; taalstructuur; taalverwerving; principes van de Nederlandse spelling.