Toelichting | Taalverandering is een vorm van taalvariatie. Het kan op alle niveaus, van klank tot zinsstructuur, plaatsvinden. De meest opvallende veranderingen zijn die op woordniveau. Er komen nieuwe woorden bij, de betekenis van woorden verandert en bestaande woorden verouderen en raken in onbruik. Talen zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Enkele voorbeelden van taalverandering in het Nederlands: - Semantisch: de invloed van een andere taal, zoals het Engels, zorgt ervoor dat we Engelse leenwoorden gebruiken, zoals dealen of e-mail. - Syntactisch: steeds vaker wordt ‘hun’ gebruikt als onderwerp (Hun hebben dat gedaan). Wellicht betrappen we hier een taalverandering op heterdaad. - Fonologisch: de uitspraak van het Nederlands is ook aan verandering onderhevig. Wanneer je een Nederlandse radio- of televisie-uitzending uit de jaren vijftig beluistert, hoor je al duidelijke verschillen met de huidige uitspraak. Het verschil tussen de spellingwijzen ei en ij is bijvoorbeeld ook terug te voeren op een klankverandering in het verleden: vroeger sprak men over /liden/ in plaats van /lijden/, maar wel van /leiden/ in de betekenis van ‘sturen’. De ‘lange ij’ was dus vroeger een ‘lange i’. |