Ik heb didactiek voor taalbeschouwing gebruikt. Ik vond dit een fijne manier van werken en ik heb geleerd dat deze opbouw voor structuur in mijn les zorgt. Ik heb de kinderen de startfoto laten zien. In deze zin merkten de kinderen dat de zin niet lekker liep, omdat er een naam vaak herhaald werd (introductie). Daarna heb ik de kinderen kennis laten maken met de andere regels rond het persoonlijk voornaamwoord. Dit was via de exploratie. De kinderen ontdekten zelf de regels en bijzonderheden. Daarna volgde de instructie. De kinderen snapten de instructie. Ik denk dat dit mede door de exploratie komt). Vervolgens gingen ze in tweetallen oefenen. Het samenwerken was voor sommige kinderen moeilijk. Na de oefening heb ik kort samengevat wat de kinderen geleerd hebben. De kinderen konden benoemen wat ze geleerd hadden.