2. Feit: a. Zwakke en goede lezers leren het beste lezen in heterogene groepen: zo leren ze van elkaar; c. Zwakke lezers moeten binnen de groep meer instructie, meer tijd en meer oefening krijgen; e. Voor zwakke lezers gelden dezelfde leesnormen als voor goede lezers.

 Mening: b. Het is goed om zwakke lezers buiten de groep te begeleiden met specifieke materialen uit de orthotheek; d.In groep 4 tm 8 moeten de kinderen met name veel ‘leeskilometers’ maken.