Er zijn verschillende soorten vragen. Je kunt vragen indelen naar hun (didactische) doel: - oplossingsgerichte vragen (Welke lessen wil jij dan hebben vandaag?); - controlevragen (Kun je nog eens uitleggen hoe dat werkt?); - reproducerende vragen (Wat is de hoofdstad van Spanje?); - diagnosticerende vragen (Weet je nog wat hoofdsteden waren?); - opiniërende of evaluatieve vragen (Wat vind jij daarvan?). Je kunt vragen ook indelen naar hun vorm: - gesloten vragen: ja/nee vragen en vragen waar maar één bepaald antwoord op mogelijk is (Hoeveel is twee plus twee? Waar woon je?); - open vragen: de leraar vraagt leerlingen zelf een antwoord te formuleren. De verschillende vragen doen een beroep op verschillende cognitieve taalfuncties. Bij het stellen van vragen is het belangrijk aan te sluiten bij de taalvaardigheid en het cognitieve niveau van de leerlingen. |