Woordleerstrategieën worden in het onderwijs bewust aangeleerd. Ze onderscheiden zich daarmee van de principes die in spontane woordenschatverwerving worden gehanteerd. In de praktijk van het onderwijs worden woorden vaak aan de orde gesteld door aan de kinderen de betekenis te vragen. De leraar leert de leerlingen hierbij gebruik te maken van de context, van woordanalyse of illustraties. Voorbeelden van strategieën die ingezet kunnen worden (Kienstra 2003): Woordbetekenissen achterhalen: - woord analyseren; - gebruikmaken van de verbale en non-verbale context; - gebruikmaken van een bron in de eerste of de tweede taal; - letten op overeenkomsten tussen eerste en tweede taal. Woorden onthouden: - woord herhalen en opschrijven; - woord ophalen uit geheugen; - woord produceren. |