Toelichting | De woordenschat van een taalgebruiker is geen verzameling losse woorden. De woorden vormen een netwerk van onderling verbonden elementen. Er bestaan verschillende soorten relaties tussen woorden. Belangrijke soorten relaties zijn: - betekenisrelaties (zoals tussen venster – raam (synoniemen), tussen vogel – mus (categorie en exemplaar), of tussen koekenpan – schort (context)); - vormrelaties (tussen woorden die hetzelfde klinken, bijvoorbeeld tussen woorden die rijmen (bank-rank), of woorden die hetzelfde klinken maar iets anders betekenen (bank-bank). Wanneer je een nieuw woord leert, krijgt dit nieuwe woord direct een plaats in dit netwerk. Naarmate je meer woorden kent die met het aan te leren woord te maken hebben, zul je dit woord gemakkelijker kunnen leren. |