Woordenschatontwikkeling bij taalzwakke leerlingen

2.4.6 Woordenschatontwikkeling bij taalzwakke leerlingen

Omschrijving

De achterblijvende woordenschatontwikkeling van taalzwakke kinderen.

Toelichting

De taalvaardigheid van kinderen van laagopgeleide ouders blijft vaak achter bij de ontwikkeling van leeftijdgenoten. Dit verschil doet zich vooral voor bij de woordenschat. Er wordt thuis relatief weinig gesproken en niet tot nauwelijks (voor)gelezen, met een beperkte woordenschat tot gevolg.
Om kinderen een zo goed mogelijke start te laten maken in het basisonderwijs, wordt de laatste jaren flink geïnvesteerd in voor- en vroegschoolse programma’s waarin een zwaar accent op woordenschatontwikkeling ligt, zoals Piramide, Kaleidoscoop, Ik ben Bas, De Taallijn. Deze programma’s zijn niet meer alleen bedoeld voor kinderen die thuis geen Nederlands spreken, maar in toenemende mate voor Nederlandstalige kinderen die dat nodig hebben.
De woordenschat van taalvaardige en taalzwakke peuters verschilt niet zo veel wat betreft de eerste 1.000 tot 2.000 woorden die in een ervaringscontext worden geleerd. De woordenschat van deze twee groepen kinderen gaat pas in een latere fase uiteenlopen.

Zie ook

Taalstimulering; taalheterogene groepen algemeen.