Voor de docent

De praktijkvoorbeelden vallen uiteen in twee delen. Het eerste deel is uitdrukkelijk bedoeld voor gebruik tijdens een les op de opleiding. Het tweede deel bevat vragen en opdrachten die de student zelfstandig kan uitvoeren. De docent kan daaruit eventueel een keuze maken.

In de les taaldidactiek

De les kan achtereenvolgens bestaan uit de volgende onderdelen:
1. Oriëntatie op het didactisch thema: Observeren van videofragmenten aan de hand van kijkvragen, daarna observaties uitwisselen. Als docent is het soms belangrijk de stagiaire wat in bescherming te nemen tegenover de observanten.
2. Verdiepen van de observaties aan de hand van doordenkvragen. De docent kan hierbij taaldidactische achtergronden bespreken.
3. Eventueel verder verdiepen: analyseren en bespreken van bijgeleverde materialen zoals transcripten, lesvoorbereidingen of reflecties.

Na de les taaldidactiek

Daarna kan de student zelfstandig aan de slag met het bestuderen van de leerstof. De docent kan een keuze maken uit de vragen en de opdrachten.
Het platform biedt verschillende mogelijkheden om nu de link te leggen met de kennisbasis:
Kennisvragen naar voorbeeld van de landelijke eindtoets voor de Pabo, aansluitend bij het voorbeeld. Het correcte antwoord is beschikbaar. De student kan hiermee nagaan of hij over de gevraagde kennis beschikt.
Didactiekvragen: de student wordt aangezet zich te verdiepen in een didactisch kenniselement uit het betreffende domein. Een eenduidig antwoord is vaak niet mogelijk. Deze vragen lenen zich voor uitwisseling en discussie in een volgend les, nadat de studenten de stof bestudeerd hebben en over de vragen hebben nagedacht.
Kriskras door de kennisbasis: vragen van hetzelfde type als de didactiekvragen. Het doel van deze vragen is de studenten de relaties tussen verschillende domeinen te laten ontdekken en dit domein te plaatsen in een groter geheel.
Ieder praktijkvoorbeeld sluit af met een aantal praktijksuggesties, oplopend in moeilijkheidsgraad. De docent kan deze suggesties gebruiken om de studenten aan te zetten om met de verworven kennis in de stage aan de slag te gaan.