Toelichting | In de periode van 0–4 jaar leren kinderen de basisprincipes van het mondelinge taalgebruik. Deze mondelinge taalvaardigheid vormt de grondslag van de schriftelijke taalvaardigheid: het lezen en schrijven. In deze periode maken kinderen kennis met geschreven taal in de vorm van prentenboeken, boeken, voorleesverhalen, beeldverhalen, logo’s, verkeerstekens, letters en woorden. Een aantal kinderen probeert dan ook al schriftelijk te communiceren in de vorm van tekeningen, beelden en eigen logo’s (Verhoeven & Aarnoutse 1999). |