Leeromgeving beginnende geletterdheid

3.2.6 Leeromgeving beginnende geletterdheid

Omschrijving

Inrichting van de klas en materialen in de klas ter bevordering van de beginnende geletterdheid.

Toelichting

Een functionele en aantrekkelijke lees- en schrijfomgeving in de klas is onontbeerlijk in de fase van beginnende geletterdheid.
Aantrekkelijke leeshoeken met een logische indeling van veel boeken stimuleren het zelfstandig werken. Het gebruik van cd-spelers zorgt ervoor dat leerlingen ook kunnen luisteren naar de verhalen. Attributen zoals knuffels van hoofdpersonen of een verteltafel stimuleren het naspelen van een verhaal. Natuurlijk kunnen de leerlingen comfortabel zitten in de leeshoek. Boeken die klassikaal aan bod zijn gekomen, staan ook in de leeshoek. Er zijn verschillende soorten boeken te vinden: zelfgemaakte boeken, prentenboeken over allerlei onderwerpen, plaatjesboeken, informatieve boeken, rijmboeken, enzovoort.
Aantrekkelijke schrijfhoeken bevatten veel materialen: stempeldozen, letterdozen, flanelbord-letters, pennen, stiften, potloden, papier in alle soorten en maten, een poster met daarop letters en liefst een computer met een programma als Paint en educatieve lees-schrijfsoftware.

Vaak worden lees- en schrijfhoeken gecombineerd. Het is belangrijk de zelfgeschreven teksten van leerlingen te gebruiken in de klas, in de schrijfhoek of elders zichtbaar in de klas.
Naast aparte lees-schrijfhoeken kan ook gekozen worden voor thematische hoeken. Het voordeel van een thematische hoek is dat de activiteiten erin een functionele samenhang krijgen. In bijvoorbeeld een restauranthoek houden relevante mondelinge, lees- en schrijfactiviteiten, rollenspellen en rekenactiviteiten verband met elkaar. Een themahoek specifiek gericht op beginnende geletterdheid kan bijvoorbeeld een drukkerij, postkantoor of bibliotheek worden.
Gebruik van pictogrammen en labels in de klas voor het activiteitenbord, kalenders, enzovoort werken stimulerend. Daarnaast kan de verteltafel een grote rol spelen bij onder andere verhaalbegrip en woordenschat tijdens of na het voorlezen. Op een verteltafel staan personages en attributen (al dan niet door de leerlingen gemaakt) uit het boek dat centraal staat.
Daarnaast zijn er allerlei materialen in de klas mogelijk, zoals:
- een lettermuur (of ABC-muur): een wandkaart in de klas waarop alle letters van het alfabet staan. Soms wordt gekozen voor een muur waarop alle letters, maar ook de aan bod gekomen tweelettertekens (oo, aa ui, ch, eu, ng, enzovoort) zijn te zien. De lettermuur kan verschillende verschijningsvormen krijgen, zoals met zelfgemaakte letters door de kinderen, of met vakjes waarin spullen (die met die letter beginnen) kunnen worden gestopt;
- een letterlijn: een lijn waaraan de geleerde letters of woorden op kaartjes in de klas komen te hangen.

Zie ook

Interactief voorlezen; activiteiten beginnende geletterdheid.