De volgende strategieën voor technisch lezen worden onderscheiden: De elementaire leeshandeling De lezer leest een tekst door grafeem voor grafeem te verklanken. De elementaire leeshandeling wordt in de fase van voortgezet technisch lezen alleen nog gebruikt voor het lezen van nieuwe woorden. Lezen met behulp van klankclusters en spellingpatronen De lezer herkent direct klankclusters, vaak voorkomende medeklinkercombinaties (zoals str of sch) en spellingpatronen, vaak voorkomende klinker- en medeklinkercombinaties (zoals aan of ok). De lezer hoeft hier dus niet grafeem voor grafeem te verklanken. Lezen met behulp van de visuele woordvorm of directe woordherkenning De lezer herkent het woord direct aan de vorm, als een plaatje, en hoeft dit woord dus niet te decoderen. Geschikt voor veelvoorkomende woorden. Lezen met behulp van morfologische analyse De lezer herkent direct morfemen of woorddelen in een woord. Bijvoorbeeld: in caviahok herkent de lezer direct de delen cavia en hok. Lezen met behulp van de context De lezer leest het woord door naar de context in de zin te kijken. De lezer weet bijvoorbeeld al wat er komt in de zin: “De kip legt een ...”, zonder het laatste woord in deze zin gelezen te hebben. Deze strategie sluit aan bij de top-downbenadering van het leesproces en is pas goed mogelijk indien de elementaire leeshandeling geautomatiseerd is. De lezer maakt gebruik van zijn tekstbegrip en van zijn kennis van de wereld. |