Observatie leesgedrag

4.2.11; 5.2.8 Observatie leesgedrag

Omschrijving

Het observeren van leesgedrag van de leerling.

Toelichting

Om na te gaan hoe leerlingen een tekst begrijpend lezen, zijn naast meetinstrumenten ook observaties noodzakelijk. De leraar kan vóór, tijdens en na het lezen van een tekst nagaan of de leerling bepaalde leesstrategieën uitvoert en of hij het eigen leesgedrag controleert, bewaakt en evalueert. Ook kan de leraar vragen met welke leesstrategieën een leerling moeite heeft. Door gesprekken met leerlingen kan de leraar nagaan in hoeverre ze reflecteren op hun eigen leesgedrag, in hoeverre ze gemotiveerd of gefrustreerd zijn, hoe ze proberen teksten te begrijpen en wat hun verwachtingen zijn.

Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie (Verhoeven 2001) bevat een stappenplan met meetinstrumenten en observaties. Ook de methoden bevatten observatieformulieren voor het leesgedrag.
Voor het technisch voortgezet lezen zijn met name voor de voordrachtsaspecten observaties geschikt. De meeste methoden hebben hiervoor observatieschema’s of –lijstjes.
Voor de voordrachtsaspecten geldt echter dat het vaak moeilijk is dit objectief te beoordelen. De strategieën voor technisch lezen en het vlot lezen worden vrijwel altijd getoetst. Observatie tijdens toetsing kan zeer nuttig zijn om andere dan leestechnische factoren te onderzoeken.

Zie ook

Toetsen voortgezet technisch lezen; toetsen begrijpend lezen.