Criteria leerstofordening jeugdliteratuur

7.2.11 Criteria leerstofordening jeugdliteratuur

Omschrijving

Manieren om de leerstof van het onderwijs in jeugdliteratuur te ordenen en in tijd (door de schooljaren heen) aan bod te laten komen.

Toelichting

De leerstofordening van jeugdliteratuur wordt veelal gekoppeld aan de leesontwikkeling van de kinderen. Die kan vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd: vanuit leeftijdsgebonden fasen en vanuit typen lezers.

Twee voorbeelden van leeftijdsgebonden fasen in de leesontwikkeling:

Leesontwikkeling van leerlingen: voorkeuren voor inhoud gebonden aan leeftijd.
- Piet de Smeerpoets-fase (2-4 jaar) (gebeurtenissen dagelijkse omgeving);
- sprookjesleeftijd (4-8/10 jaar) (fantastische verhalen);
- Robinson-leeftijd (9-11/12) (realistische verhalen);
- heldenleeftijd (12-15 jaar);
- lyrische romanleeftijd (15-20 jaar).

Leesontwikkeling van leerlingen: leesvaardigheid en moeilijkheidsgraad van teksten (Chall 1983):
- stadium 0: pseudolezen (tot 6 jaar);
- stadium 1: aanvankelijk lezen/decoderen (6-7 jaar);
- stadium 2: automatiseren en vloeiend lezen (7-8 jaar);
- stadium 3: lezen om nieuwe ideeën, ervaringen, gevoelens op te doen;
- vanaf 13-14 jaar verbreedt en verdiept leesvaardigheid tot het lezen van steeds abstractere teksten.

Naast een leeftijdsgebonden indeling zijn verschillende typen lezers te onderscheiden. Dit levert modellen op die gebaseerd zijn op de behoeften van leerlingen, bijvoorbeeld lezen om te weten of lezen om te ontsnappen aan de dagelijkse werkelijkheid. Hierbij is er geen sprake van een chronologische ordening. Alle invalshoeken spelen een rol en moeten daarom worden verwerkt in een leerstofordening. Twee voorbeelden van leerstofordening zijn:

De jeugdbibliotheek
Deze hanteert een eigen indeling in A-, B- en C-boeken. Criteria zijn naast de technische moeilijkheidsgraad van de boeken ook het feit of de emotionele inhoud past bij de leeftijd van leerlingen (A = 6-8, B = 9-10, C = 11 en ouder).

Van Coillie (2007)
Deze koppelt verschillende modellen in een uitgebreid overzicht van de leesontwikkeling, gebaseerd op drie vragen:
- Wat kunnen lezers op een bepaalde leeftijd aan?
- Wat boeit lezers op een bepaalde leeftijd en hoe spelen boeken daarop in?
- Hoe stimuleren boeken de mentale ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling?

Zie ook

Leerlijnen jeugdliteratuur; niveaubepaling van teksten.