Elke geschreven tekst is op een bepaalde manier opgebouwd of gestructureerd. De meest algemene structuur is die van inleiding – kern – slot. Voorbeelden van meer specifieke tekststructuren zijn: - stapelstructuur: waarin de tekst bestaat uit min of meer losse onderdelen (telefoonboek, boodschappenlijstje, leerboek van een schoolvak); - verhaalstructuur: waarin personages opeenvolgende gebeurtenissen meemaken; - betoogstructuur: waarin uitspraken ondersteund worden met argumenten. Afhankelijk van het onderwerp en van de communicatieve situatie kiest de schrijver een structuur voor zijn tekst. Voordat hij met het feitelijke schrijven begint, kan de schrijver de structuur van zijn tekst op papier zetten in een schema of bouwplan. |