Tekstbegrip

5.3.3 Tekstbegrip

Omschrijving

De mate waarin de lezer betekenis kan verlenen aan een tekst.

Toelichting

Bij begrijpend lezen gaat het om het toekennen van betekenis aan geschreven taal. Dat gebeurt in voortdurende wisselwerking met de lezer. Hij koppelt de informatie die hij leest aan de informatie die hij in zijn geheugen beschikbaar heeft. Belangrijke leestheoretische modellen zijn:
- de bottum-upvisie: de lezer werkt van beneden naar boven. Van losse woorden naar hele zinnen en de interpretatie van de hele tekst;
- de top-downvisie: de lezer leest een tekstdeel en voorspelt wat erna komt;
- het interactieve model: de lezer gebruikt voortdurend relevante gegevens van zijn voorkennis, gegevens uit de tekst, wat leidt tot tekstbegrip.

In twee belangrijke onderzoeken is in verschillende jaren het niveau van het begrijpend lezen gemeten. Het gaat daarbij om de Periodieke Peilingen van het Onderwijsniveau (PPON) en om Progress in International Reading Literacy Study (PIRLS).
Een conclusie uit het PPON-rapport uit 1990 was dat veel Nederlandse leerlingen problemen hebben met begrijpend en studerend lezen. Uit het PIRLS-onderzoek in 1991 naar de leesprestaties van leerlingen uit dertig landen bleken Nederlandse 9-jarigen de 21ste plaats in te nemen tussen Slovenië en Cyprus.
In 2001 werden de leesprestaties van 9- en 10-jarigen uit 35 landen nogmaals bekeken. Nederlandse leerlingen uit groep 6 lezen dan veel beter en staan op de tweede plaats. Deze vooruitgang wordt toegeschreven aan de invoering van het strategisch leesonderwijs: onderwijs waarbij leerlingen strategieën, tactieken of manieren leren om teksten op een adequate wijze aan te pakken en er actief en constructief mee om te gaan. Uit recent onderzoek blijkt dat onderwijs in deze strategieën succes heeft en de vaardigheid van leerlingen in begrijpend lezen vergroot.

Zie ook

Leesstrategieën; toetsen begrijpend lezen; begrijpend lezen in strategisch taalonderwijs; leesproces.