Spellingstrategieën

9.1.2 Spellingstrategieën

Omschrijving

De aanpak (strategie) die iemand gebruikt om tot de juiste schrijfwijze van een woord te komen.

Toelichting

Meestal wordt een indeling gemaakt in directe en indirecte spellingstrategieën.

We maken gebruik van de directe spellingstrategie als we een woord zo vaak hebben geschreven dat we niet meer hoeven na te denken hoe het correct gespeld moet worden; het spellen is geautomatiseerd.

We maken gebruik van een indirecte spellingstrategie als we bij het schrijven van een woord bepaalde denkhandelingen moeten toepassen.

De volgende indirecte spellingstrategieën worden onderscheiden (Huizinga 2003):

Fonologische strategie (ook auditieve strategie genoemd)
Een woord in afzonderlijke klanken of klankgroepen opsplitsen en daar de bijbehorende letters voor schrijven. Als een woord auditief wordt geanalyseerd in afzonderlijke spraakklanken (fonemen), gebruiken we de elementaire spellinghandeling. Als een woord wordt geanalyseerd in klankgroepen (bijvoorbeeld ooi, eeuw, eur, nk), gebruiken we de klankclusterstrategie.

Woordbeeldstrategie (ook visuele strategie genoemd)
Een beroep doen op het woordgeheugen. Deze strategie is vooral bruikbaar bij leenwoorden (bijvoorbeeld centrum, taxi) en bij woorden die klanken bevatten die op verschillende manieren kunnen worden geschreven, zoals ei-ij, ou-au en g-ch.

Regelstrategie
Bij het schrijven van een niet-klankzuiver woord een spellingregel toepassen. Een regel houdt in dat in een bepaalde situatie een klank of een klankcombinatie afwijkend geschreven wordt. Bijvoorbeeld: hoor je /ies/ aan het eind van een meerlettergrepig woord, dan schrijf je isch.

Analogiestrategie
Een woord schrijven door het te vergelijken met een ander woord. Kenmerkend voor deze strategie is dat je woorden schrijft op basis van zelf ontdekte regelmaat, zonder dat de regels expliciet zijn aangeleerd. Je kunt vergelijken op basis van overeenkomst in klankvorm (slapen – schrapen), of op basis van overeenkomst in betekenis (vertrouwelijk – trouwen).

Hulpstrategie
Gebruikmaken van zelfbedachte geheugensteuntjes of ezelsbruggetjes. Bijvoorbeeld: aan het eind van een woord kan nooit een v of z staat, dus poes in plaats van poez.

Zie ook

Elementaire spellinghandeling; klankzuivere woorden; strategiegerichte oefeningen; spelling in strategisch taalonderwijs.