Criteria leerstofordening beginnende geletterdheid

3.2.13 Criteria leerstofordening beginnende geletterdheid

Omschrijving

Manieren om de leerstof van de beginnende geletterdheid te ordenen en in tijd (door de eerste drie schooljaren heen) aan bod te laten komen.

Toelichting

Bij de ordening van de leerstof voor beginnende geletterdheid worden verschillende criteria of werkwijzen gehanteerd. De methoden die zo veel mogelijk de gehele beginnende geletterdheid beslaan (groep 1 tot en met 3), volgen De Taallijn of de Tussendoelen beginnende geletterdheid (Verhoeven & Aarnoutse 1999).
Voor het technisch lezen worden in de meeste methoden de volgende criteria voor de ordening van de te lezen woorden gehanteerd:
- Klankzuiverheid: de eerst te lezen woorden zijn klankzuiver. Dus niet bed, maar pet. In latere fasen wordt de moeilijkheidsgraad van spellingcategorieën een criterium.
- Woordstructuur: de opbouw van een woord neemt in moeilijkheidsgraad toe. Als eerste km (klinker-medeklinker) en mkm, daarna mmkm, mkmm en weer later mmkmm of nog complexer. We zijn dan aanbeland in de fase van het voortgezet technisch lezen, waarin ook de meerlettergrepige woorden volgen.
- Betekenis: de eerste woorden waarmee leerlingen leren lezen, zijn concreet en frequent. Dus het woord moet met een duidelijk plaatje gevisualiseerd kunnen worden en een woord betreffen waarmee leerlingen bekend zijn.
- Auditieve en visuele verschillen tussen fonemen en grafemen: korte en lange klanken (/a/ en /aa/) lijken op elkaar en het is daarom niet handig deze achter elkaar aan te leren. Hetzelfde geldt voor letters met minimale visuele verschillen, zoals de p, d en b. Methoden verschillen sterk in de momenten van het aanbieden van de afzonderlijke grafemen, maar houden over het algemeen wel rekening met minimale auditieve en visuele verschillen.

Zie ook

Klankzuivere woorden; auditieve vaardigheden; visuele vaardigheden; niveaubepaling van teksten; leerlijnen beginnende geletterdheid;voortgezet technisch lezen.