Materialen
- De lesvoorbereiding van Kristel
- werkblad
- gelezen tekst
Doordenkvragen
1. Wat moeten de kinderen kunnen/weten om het werkblad ‘komt het uit een ei?’ te kunnen maken? (fragment 2)
2. Hoe zou de verlengde instructie geïntensiveerd kunnen worden? Denk aan groepsgrootte, wijze van feedback geven, omgang met tekst. (fragment 3)
Kennisbasis taaldidactiek
Kennisvragen
1. Maak de goede verbindingen:
1. homofoon a. stoep-trottoir
2. homoniem b. bank-bank
3. synoniem c. wij-wei
Klik hier voor het antwoord op vraag 1.
2. Een dictee waarbij de woorden voorgelezen worden en de kinderen die woorden moeten noteren is een….
a. visueel dictee
b. auditief dictee
c. auditief visueel dictee
Klik hier voor het antwoord op vraag 2.
3. De elementaire spellinghandeling bestaat uit verschillende stappen. Zet deze in de juiste volgorde.
a. de volgorde van de fonemen onthouden;
b. het hele woord schrijven.
c. de juiste grafemen koppelen aan de fonemen.
d. auditieve analyse
Klik hier voor het antwoord op vraag 3.
Didactiekvragen
1. Had Kristel gebruik kunnen maken van het instructieprincipe modeling bij beginnende geletterdheid? Zo ja, in welk deel van deze activiteit en hoe precies?
2. Maakt Kristel gebruik van het instructieprincipe gerichte aanwijzingen bij beginnende geletterdheid? Zo ja, in welk deel van deze activiteit en hoe precies?
3. Welke groeperingsvorm(en) bij beginnende geletterdheid zie je hier terug? Vind je deze geschikt? Licht je antwoord toe.
Kriskras door de kennisbasis
Een van de leerlingen heeft moeite met de opdracht op het werkblad (kruisje zetten bij de dieren die uit een ei komen). Ze kan bovendien moeilijk verwoorden wat ze precies niet begrijpt aan de opdracht. Zou hier sprake kunnen zijn van een relatie tussen beginnende geletterdheid en taalachterstand? Beargumenteer je antwoord. Wat zou je als leerkracht in deze situatie kunnen doen?
In de praktijk
1. Geef een auditief woorddictee. Kijk het na en categoriseer de gemaakte fouten.
2. Observeer en of bespreek met je mentor hoe in je stagegroep wordt omgegaan met verschillen tussen leerlingen met betrekking tot leren lezen en schrijven?
3. Begeleid een groepje van maximaal 5 kinderen bij de verlengde instructie. Oefen in het geven van effectieve instructie en feedback geven. Maak eventueel een opname en bekijk die op deze twee aspecten.